zaterdag 13 september 2008
alto de Angliru
Het is geen altootje, en ik denk dat dat altootje ook niet boven zal komen. Fietsers wel, al hebben ze er wel moeite mee. Ik heb al een aantal etappes van de Vuelta waarbij deze berg als slotklim werd opgenomen op videoband staan. Vandaag was het weer zover en hij (Robert Gesink) blijft verbazen. Het was voor de tv weer even genieten.
Een klein verslag is te vinden op teletekst
De (korte)samenvatting van de NOS:
Voor de kenner, er zijn stijgingen bij van 23%. Voor het geval je met de fiets naar boven wilt, hier een profiel van wat je te wachten staat!........
,,,,,,en dat ziet er zo uit!
Op de weblog van Peter Visser is het volgende te lezen:
" In de Vuelta van 1999 voor het eerst beklommen. José Maria Jiménez versloeg toen Pavel Tonkov en kwam als eerste aan op de col die die niemand kende; Alto de l'Angliru, oftewel het Monster van Asturië.
Volgens verhalen was de weg naar de top voorheen een herderspaadje. Nu is de beklimming een wildslingerend weggetje in ruw asfalt door een onheilspellende natuur. De klim naar de leegheid van de top, die op 1570 meter hoogte ligt, is 12,9 kilometer lang. Het gemiddelde stijgings-percentage is 9,6 procent. Er zijn stroken van 14, 17 en 20 procent en het steilste stuk, La Cueña les Cabres, kent een stijgings-percentage van maar liefst 23,6 procent! Vergeleken bij deze verschrikkelijke col zijn Alpe d'Huez, Galibier en Tourmalet kinderspel.
Fietsen is op de steilste stroken bijna niet mogelijk, zeker niet als het asfalt nat is van de regen. Als renners gaan staan, slipt het achterwiel. Zit men te ver naar achteren, dan komt het voorwiel de lucht in. Als pijnstiller laten veel renners een verzet (een derde binnenblad) monteren waarmee junioren doorgaans hun wedstrijden rijden. Maar dan nog worden adem, benen en vleugels afgesneden.
Na de winst van Gilberto Simoni in 2000 en het Angliru-loze jaar 2001, stond het Monster in 2002 weer op het Vuelta-menu. Het werd een legendarische koninginnerit onder helse omstandigheden. Kou, regen en mist zorgden voor hondse omstandigheden en apocalyptische beelden.
Op het steilste stuk, La Cueña les Cabres, begon het echte spektakel. Volgauto's kwamen niet meer vooruit en moesten door toeschouwers geduwd worden. Geen renner en danseuse, de berg wilde de renners naar beneden duwen. Wegslippende achterwielen, renners die zich met moeite staande hielden en smeekten om ook geduwd te worden. De hel van Noord-Spanje. Een strijd van man tegen berg.Vooraan deed Roberto Heras een greep naar de macht. Zulke dunne beentjes en toch zoveel kracht. Moederziel alleen reed hij in de mist richting ritwinst en Amarillo.
Voor de meeste renners blijft de Angliru echter een verschrikking, die wat hen betreft nooit meer beklommen hoeft te worden. Vele kijkers denken daar anders over, voor de liefhebbers van heroïek is de beklimming van de Alto de L'Angliru puur genot."
Met dat laatste ben ik helemaal eens!
En wat is uiteindelijk de reactie van Robert Gesink zelf:
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten